Vier jaar geleden waren we op een camping in Frankrijk die adverteerde met ‘kampwinkel aanwezig’. De kampwinkel bleek een plank bij de receptie met knakworsten, spaghetti van witmeel, blikjes tonijn en potten tomatensaus. En flessen wijn natuurlijk, het blijft Frankrijk… valt onder de eerste levensbehoeften dus. “Kun je je in nood in ieder geval redden”, aldus de buurvrouw. “Met die fles wijn of het eten?” grapte ik, maar ze hoorde het gelukkig al niet meer. Toch begreep ik haar punt: het is op zich best lekker als je iets vergeten bent en de camping dan nog wat te bieden heeft. Zelfs al kosten de knakworsten dan vijf euro.

Alle onderwerpen in dit artikel
Winkels op de camping
Het idee dat de kinderen de hele vakantie door vermaakt worden kan voor ultiem kampeergeluk betekenen.

Hallo Jumbo!

Datzelfde jaar overnachtten we op onze terugweg op een camping in Luxemburg. Na 500 kilometer Franse snelweg en uiteindelijk een route door een soort Teletubbie-land, maar dan met fikse hobbels en haarspeldbochten, kwamen we afgereisd en zonder boodschappen aan op onze overnachtingscamping. Het was daar, exact op die plek, dat het begrip kampwinkel een compleet nieuwe lading voor me kreeg. We zetten de caravan op zijn plek, haalden tafel en stoelen eruit, ik maakte de bedden op en Wouter liep even naar de kampwinkel op zoek naar iets te eten. Een kwartier later kwam hij terug. “En, was het wat, die kampwinkel?”, vroeg ik met mijn knalrode bed-opmaak-hoofd. “Kampwinkel? Er zit hier een halve Jumbo!” Vriezers vol patat, kroketten en frikandellen (er zijn dus serieus mensen die een friteuse of airfryer mee op vakantie nemen?), zes soorten rijst, Chicken Tonight, Zaanse mayo, Milner 30+ kaas, drie soorten pindakaas en ga zo maar door. We zijn nu vier jaar verder. En ik ben het nog steeds aan het verwerken...

Grote winkel op de camping
“Kampwinkel? Er zit hier een halve Jumbo!”

Ultiem geluk of ultieme nachtmerrie?

Persoonlijk vind ik zo’n supersized kampwinkel met Hollandse producten een ware nachtmerrie. Ik wíl niet dezelfde kaas als thuis, ik wil genieten van de illusie dat ik een heerlijk Frans geitenkaasje heb gekocht en er vervolgens van gruwelen omdat hij smaakt alsof ik de halve kinderboerderij naar binnen schuif. Of denken dat ik op de markt een fijn haver-speltbroodje voor zeven euro heb gescoord, maar er tijdens de volgende maaltijd achter komen dat het niet te kauwen is. (Of het was een afbakbrood… ik ben er nog steeds niet achter.) Vakantiecharme noem ik dat. Het land in, marktjes afstruinen, op zoek naar lokale lekkernijen. Zo ontdekte ik écht de lekkerste buitenlandse producten. En soms zat er een miskoop tussen, maar dan had ik het in ieder geval geprobeerd.

Franse marktjes
Het land in, marktjes afstruinen, op zoek naar lokale lekkernijen.

Zoveel mensen, zoveel wensen

Dat ik gruwel van zo’n joekelse kampwinkel zegt natuurlijk alles over mij. Het is namelijk maar nét wat je zoekt in een vakantie. Voor mij is dat rust en ruimte. Ik geniet enorm van een kleinschalige camping waar ik bij aankomst, terwijl ze nog geen idee hebben wie ik ben, twee flessen water meekrijg die ik later wel mag komen betalen omdat ze geen pin hebben. Anderen genieten juist van gemak en comfort. Het idee dat de kinderen de hele vakantie door vermaakt worden en ze zelfs voor de boodschappen de camping niet af hoeven, kan voor hen ultiem kampeergeluk betekenen. Meestal ben je iets meer het ene, of iets meer het andere type. De grap is alleen dat wij op die Luxemburgse camping terecht kwamen door een collega die me belachelijk maakte omdat wij kamperen met een caravan. “Echt kamperen, dat doe je met een tent!” Ja, en dan op die camping zeker? Die discussie wil ik nog wel eens voeren. Challenge accepted.

Lekkere producten in een winkel op de camping
Zo ontdekte ik écht de lekkerste buitenlandse producten.

XL-plank

Heb ik dan helemaal geen kampwinkel nodig? Nodig zeker niet, nee. Is het handig? Hmmm, nou misschien eentje met wat basisdingen. Een pak rijst, een zakje chips, koffie, flessen water, een pak houdbare melk… van die dingen waar je net even wat mee in elkaar kunt knutselen als je toch een dag eten tekort komt. Een hoek bij de receptie is voor mij dan wel voldoende. Zo’n kampwinkeltje trof ik afgelopen jaar. Toen we om half twee ’s middags aankwamen en nog even snel wat wilden lunchen. De meiden wilden knakworstjes, het werden een soort Duitse curryworsten uit blik. En als er niks anders is, ontstaat daar dus wonder boven wonder ook geen enkel gezeur over.

Verder vind ik het aanbod van broodjes en croissantjes wel handig. Maar eigenlijk alleen voor de eerste ochtend, want daarna wandel ik liever in alle rust naar het lokale bakkertje. Want daar waar de dingen op authentieke wijze gemaakt worden, is alles toch nét even een stukje lekkerder. Toch?

vind een leuke camping

Over de auteur:
Ilze ter Heide

Ilze is getrouwd met Wouter, moeder van twee superleuke meiden, verzot op schrijven en gek op kamperen. Met een beetje comfort dan, dat wel. ‘Ik kampeer al van jongs af aan, het is me echt met de paplepel ingegoten. En hoewel ik soms mopper op smerige haringen, beestjes in de tent en haren in doucheputjes, geniet ik als een dolle wanneer ik met m’n gezinnetje op de camping sta. Kan niet wachten tot ons volgende kampeeravontuur!’

Ilze ter Heide