Kamperen is natuurlijk fantastisch. Kamperen zonder lekkere koffie is echter verschrikkelijk. Net als léven zonder lekkere koffie trouwens, maar daar verschillen de meningen over. Hoewel ik me weinig luxe permitteer tijdens m’n kampeeravonturen (bij ons gaan er dus echt geen complete koelkasten, oventjes of campingwasmachines mee), heb ik een paar jaar geleden besloten dat het met oploskoffie gewoon niet langer kon. Basta. Fini.
Ik ben een echte sfeerkampeerder en daar zoek ik ook altijd de campings op uit. Voor mij dus geen joekelsgroot campingdorp met vooral stacaravans, zwemparadijzen met zes glijbanen en complete animatieteams. Ook geen camping met een chique-de-friemel restaurant waar ze kreeft en cocktails serveren, trouwens. Op vakantie – en in m’n hele leven eigenlijk – hoef ik niet zoveel luxe, ik heb liever eenvoud. Ik word dan ook dolgelukkig van een camping waar de focus nog op het kampeergedeelte ligt, mensen gezellig een praatje met elkaar maken, kinderen tot ver in de avond jachtseizoen met elkaar spelen en vriendelijkheid overheerst. Lekker simpel, middenin de natuur. En tussen al die eenvoud door, heb ik maar één ‘luxe’ ding nodig: twee lekkere bakken koffie in de ochtend. Zonder koffie slingert m’n motor gewoon niet zo goed aan.
Jarenlang kampeerden we met een ongemakkelijke Jamet vouwwagen. De laatste keer in 2018. En ik schaam me bijna om het te zeggen, maar nog steeds word ik ‘s nachts wel eens happend naar adem wakker. Dan droom ik ineens dat ik dat ding weer moet opzetten. En serieus, ik beval liever nog een keer dan dat ik ooit weer een Jamet Dakota moet opzetten of afbreken. Verschrikkelijk. Waren we na acht uur eindelijk klaar met installeren en alle tassen uitpakken? Had ik als beloning oploskoffie. Oploskoffie! Om te janken. Die laatste keer in 2018 schoot de stress me in het lijf toen op de ochtend van vertrek alles tegenzat. Er knapte een klem van de buizen, ik trok een touw kapot, de tassen en kratten pasten niet meer in het middenpad, we kregen de vouwwagen niet goed dichtgeklapt, twee kinderen van (toen) 3 en 7 zaten er doorheen en net op het moment dat het huilen me nader stond dan het lachen, verscheen de buurman om de heg: “Koffie?” En ik wist dat hij een Nespresso-apparaat mee had. Dus ik kon hem wel zoenen, mijn redder in nood.
Het jaar erop besloot ik dat het bij ons ook anders moest. “Neem je je oude Senseo toch mee naar de camping”, probeerde m’n moeder. “Ik zei lekkere koffie, mam, lekkere koffie.” Want als ik Senseo moet gaan drinken, dan houd ik het liever bij oploskoffie. Of water. Of ‘wat dan ook’ eigenlijk. Ik ben verslingerd aan de koffie uit mijn bonenapparaat thuis. Dat apparaat meenemen op vakantie leek me echter wat overdreven (trekt het stroompaaltje het überhaupt?) en een Nespresso-apparaat enkel voor de camping aanschaffen een tikkie decadent. En toen, als een geschenk uit de hemel, verscheen er een Dolce Gusto op vakantieveilingen. Die we geloof ik voor een euro of 30 aanschaften. Ok, de cups zijn niet bepaald gratis, maar hey… het is vakantie en een Dolce Gusto-koppie is altijd nog goedkoper dan koffie op een terras.
Zonder koffie zitten, is een risico dat ik liever niet loop. Dus tel ik altijd uit hoeveel cupjes we die vakantie ongeveer nodig zullen hebben en doe daar dan een flinke foutmarge van rond de 50% bovenop. Gelukkig zijn de cups online in voordeelpakken van 3x30 cups of 3x15 cups te bestellen. “Hoeveel zal ik er doen, Wout?” Ik weet eigenlijk niet waarom ik het nog vraag, want hij denkt steevast dat we aan die 3x30 wel genoeg hebben, maar ik bestel er dan toch 3x15 bij. Voor de zekerheid. En dat is meestal een prima idee. Zie ik mensen met een vouwwagen ploeteren op hun laatste dag? Dan breng ik even een bakkie. Gewoon, omdat ik weet hoe goed me dat toen deed. En hebben we toch wat over? Stiekem vinden we zelf de Dolce Gusto-koffie (we nemen die sterkste variant, de oranje geloof ik) ook hartstikke lekker. Zo lekker dat we thuis niet eens meer zin hebben om terug te schakelen naar de bonenmachine. En dus staat de Dolce Gusto thuis gewoon nog een paar dagen op het aanrecht. En dan vechten we bijna om het laatste cupje.
Wie mijn blogs vaker leest, weet dat ik gek op Frankrijk ben. Ja, zelfs op de mensen. Op de cultuur, de dorpjes, de sfeer en op het leven dat daar nog niet in de hoogste versnelling lijkt te hoeven. Voor de koffie kun je echter beter naar Italië gaan, want daar hebben die Fransen geen moer van begrepen. Wat ik ook bestel, normale koffie krijg ik nooit. Op een gegeven moment dacht ik het te hebben gevonden: ik moest een café allongé bestellen. Maar goed, de laatste keer kreeg ik daarmee weer een overdreven sterke mini-espresso voorgeschoteld. Ik weet het dus niet meer. En ook dan is ons eigen apparaatje bij de caravan dus hemels. Zijn we lekker uit eten geweest? Sjees ik daarna lekker terug naar de camping voor een heerlijk kopje Dolce Gusto. Dolce ideaal!